Formaat : 18 x 13.Groepsfoto "De Vismijnvrienden", met hun vlag. " Gesticht op 4 april 1927. Het eerste bestuur bestond uit volgende stichters : Albert Lanoye (voorzitter), Jules Dennekijn (secretaris) en Frans Verbanck (schatbewaarder)." Het eenig doel der maatschappij is het inrichten van feesten en omhalingen ten voordeele der visschers, de huisgezinnen van de slachtoffers der zeerampen en hulp aan behoeftige visschersfamilies te Oostende in werkelijken nood verkeerend. Deze maatschappij onthoudt zich van alle politiek, aanvaardt beschermende-, eere- en werkende leden en wordt bestuurd door een commissie".(Belgische Visscherijalmanak, 1936 en 1937). Na een jaar telde de maatschappij reeds meer dan honderd leden. Ze traden niet alleen te Oostende maar ook in het buitenland op. In 1938 ging het naar Londen. Het lokaal bij de stichting in 1927 was "'tMeivischje" bij Frans Verbanck, op de hoek van de Sint-Franciscusstraat en de Visserskaai, rechtover "De Cierk", de toenmalige vismijn. In 1936 was het lokaal gevestigd in "'tBierhof" in de Ieperstraat, in 1937 was het "Café Stella Maris", aan de Vindictivelaan.Begin 1952 waren voorzitter Van Outryve en de secretaris gedurende lange tijd ziek. De activiteiten kwamen hierbij op de helling te staan en men dacht er aan de vereniging te ontbinden en het geld van de kas te overhandigen aan de burgemeester voor de slachtoffers van de zee. Het vaandel werd in bewaring gegeven aan het Heemkundig Museum De Plate. Gelukkig kon de vereniging gered worden. In 1969 was H. Poldervaart voorzitter en het lokaal was "De Noordzee" op het Wapenplein. Op zaterdag 23 april 1977 werd het vijftigjarig bestaan gevierd. Mevrouw Blanche Belpaeme werd bijzonder gehuldigd als "Meetje van de Kaaie", en sinds jaren de grote steun van de vereniging. Zonder "Meetje van de Kaaie" zouden er geen Vismijnvrienden meer bestaan hebben, zegde ere-voorzitter Maurice Quaghebeur. Ook Irma Westerlinck die al sedert de stichting lid was, werd op bijzondere wijze gevierd. In 1979 was mevrouw Blanche Belpaeme,voorzitster en hun lokaal was in "Restaurant Blanche" op het Vissersplein. De voornaamste activiteiten waren op dat ogenblik dansen en opstappen in stoeten. De opbrengst van de activiteiten werden overgemaakt aan de Weduwen der zee, het vissertehuis "De Bolle" en om andere noden te helpen lenigen. (Het groot Oostendsch liedtboeck / Jef Klausing. p.335-342).
Luister naar "De Vischmienvrienden". Dit lied wordt gezongen door "Zwarte Pier" op de LP : "Hier spreekt men Oostends"