Foto : Haven
Omschrijving

Het Visserijdok met het Haring (of Sprot) kot en de Vismijn aan de Vismijnlaan.
De bezetter, alvorens Oostende in september 1944 te verlaten, had de nijverheidsinstallaties totaal vernietigd. De kaaimuren van beide dokken waren overal opgeblazen, de sluismuren vertoonden brede bressen, de sluisdeuren werden beschadigd en het mechanisme onbruikbaar gemaakt. Voor de sluisdeuren, alsook in het sas, lagen geladen schepen gezonken. De slipways waren ook buiten gebruik gesteld en de machinekamers opgeblazen. De vismijn was zo erg gehavend dat met haar algehele afbraak moest gerekend worden. Het was een heel vraagstuk om dit alles op de korst mogelijke tijd te herstellen of te vernieuwen. Zonder dralen werd dit omvangrijk werk aangepakt. De kaaimuren werden onmiddellijk hersteld en de sluis in orde gebracht. De slipways werden bedrijfsklaar gemaakt, terwijl een verkoophalle met een rij pakhuizen, in de verlenging van de vernielde vismijn, langs het visserijdok opgetrokken werd. Aldus kon in 1947 opnieuw de vissershaven ingebruik gesteld worden, ofschoon de eigenlijke vismijn nog te herbouwen was. Met de bouw van deze nieuwe vismijn werd in mei 1949 een aanvang gemaakt en deze moderne constructie werd op 22 juli 1951 ingehuldigd en vanaf februari 1952 definitie in gebruik genomen. (Het havencomplex van Oostende, p.66,68) Plate bib B961

1951
1960