Ostende - L'arrivée du poissons. - Aanvoer van gezouten vis door de O.83 "Roi des Belges" van de Pêcheries à Vapeur omstreeks 1903. De aangevoerde vis wordt in het eerste handelsdok ter hoogte van het Zeevaartcommissariaat, of "De Pilotage" nogmaals bewerkt en verpakt. Na de vangst werd de kabeljauw eerst "gevlekt", dan geklopt, opengesneden en van de ingewanden ontdaan. Nat het verwijderen van de graat tot halverwege de vis, werd de vis gewassen en het bloed eruit geknepen Daarna deed de zouter zout tussen de vis en de wamme en ging de kabeljauw in de ton, waarvan de bodem al met zout bestrooid was. Iedere vis werd in de ton nog eens met een schep zout begoten. De voorlopige ingezouten vis werd in de haven uit de tonnen gehaald en nogmaals gewassen om ze te ontdoen van de laatste restjes bloed. We zien op de afbeelding het wassen en het zouten van de vis en het pressen van de vaten. Uiterst links, de zogenaamde "concierges" van de boot, Baptiste en zijn vrouw, met achteraan hun neefje "Roste Warden" (blootshoofd, kijkend naar de fotograaf). Rechts onder de toeschouwers "Mostaard" met zijn krukken. In : De Vlaamse Zeevisserij / Georges Devent. 1989. p.16. Plate Bib C358